Collie eye anomalie

< Terug naar oogziekten

COLLIE EYE ANOMALIE

Bij collie eye en sheltie eye anomaly (CEA en SEA) is er een defect tijdens de aanleg van het oog. Deze ontwikkelingsstoornis is al bij de geboorte aanwezig en dus bij pups zichtbaar. De aandoening wordt zeer frequent vastgesteld bij de lang- en korthaar Collie en Shetland sheepdog. Minder vaak bij de Border Collie. Soms ook gezien bij niet-Collie rassen, o.a bij de Australische Herdershond. De meeste honden hebben geen waarneembaar verlies van gezichtsvermogen. Choroïdale hypoplasie (CH) komt voor in de fundus dichtbij de papil. Daar ontbreekt retinaal en choroïdaal pigment en zijn de choroïdale bloedvaten abnormaal o.a. in dikte, aantal en richting. Meestal is de aandoening beiderzijds maar niet noodzakelijk symmetrisch. Coloboma’s (indeukingen) van de papil of van het peripapillaire gebied kunnen ook voorkomen. Uitzonderlijk is er een netvliesloslating (gedeeltelijk of volledig) of een intra-oculaire bloeding. De afwijking bij de merle kleur vaststellen is niet zo gemakkelijk, vooral niet als er enkel een choroïdale hypoplasie is. Honden met deze vachtkleur hebben normaal al minder pigment in de fundus. Bij de meeste rassen met CEA wordt tot nu toe aangenomen dat de overerving autosomaal recessief gebeurt. Honden die heterozygoot zijn, hebben maar een mutant gen. Zij zullen nooit CEA oogafwijkingen vertonen en kunnen dus bij oogonderzoek niet onderscheiden worden van de homozygoot normale honden.

Bij CEA komt ook het verschijnsel “go normal” voor. Het is mogelijk dat bij een pup CH wordt vastgesteld op jonge leeftijd (6-7 weken), en dat bij een later onderzoek geen afwijking meer gezien wordt. Verklaring hiervoor is dat het zich onwikkelend tapetum en pigmentafzetting deze CH bedekken. Coloboma’s daarentegen blijven levenslang zichtbaar. Eén bepaald mutant gen voor CEA is gevonden na uitgebreid onderzoek aan de Cornell Universiteit en het Fred Hutchinson Cancer Research Centrum. Daaruit blijkt dat zowel de beperkte als de erge vormen het gevolg zijn van eenzelfde mutatie die op een identieke plaats optreedt bij de verschillende rassen met CEA/CH.