Konijnen

Konijnen

Konijnen, gaande van dwerg tot Vlaamse Reus, worden meer en meer als huisdier gehouden. Geregeld zien we oogproblemen bij hen. Sommige oogafwijkingen zijn vergelijkbaat met die van hond en kat zien. Anderen zijn uniek voor het konijn. Belangrijk is ook om de structuren rond het oog en de mondholte te inspecteren omdat daar ook de oorzaak van hun oogprobleem kan liggen.

Lees hieronder meer over oogaandoeningen bij het konijn

ANATOMIE EN TESTEN

Het konijn heeft grote prominente ogen en een gezichtsveld van bijna 360°. Het heeft enkel een onderste traanpunt. Dit kan gecanuleerd worden met een 22G IV catheter of met een traancanule. Het nasolacrimaal kanaal is erg gekronkeld en variërend in diameter. Er zijn 4 orbitale klieren. De fundus is merangiotisch, d.w.z. maar gedeeltelijk gevasculariseerd.

Lees verder >

CHERRY EYE

Hierbij puilt een klier uit van achter het derde ooglid. Het is de glandula palpebrae tertiae profunda: de diepe derde ooglidklier. Ofwel wordt enkel een lokaal antibioticum toegediend ter bescherming tegen infecties, ofwel wordt de klier terug vastgehecht volgens de gemodificieerde methode van Moore.

Lees verder >

CONJUNCTIVA EN TRAANAPPARAAT

Konijnen zijn gevoelig voor ontsteking en infectie van conjunctiva en nasolacrimaal afvoersysteem. Pasteurella, E. Coli en Staphylococcen zijn mogelijke ziekteverwekkers. Ofwel is er enkel een oogprobleem ofwel zijn er geassocieerde aandoeningen zoals rhinitis, pneumonie, otitis media en onderhuidse abcessen. Ook trauma, entropion en stof bv. hooi zijn mogelijke oorzaken.

Lees meer >

CORNEAL OCCUSION SYNDROME

Soms wordt een konijn aangeboden met als klacht dat er een “vliesje” over het oog zit. Het betreft dan het “corneal occlusion syndrome”. Hierbij is er een progressieve groei van conjunctiva over de cornea zonder dat er een verbinding is tussen beiden. De oorzaak is onbekend. Chirurgisch verwijderen van dit slijmvlies is onvoldoende. Het moet teruggehecht worden in de fornix.

Lees meer >

ENUCLEATIE

Meestal wordt de subconjunctivale-subTenon kapsel techniek toegepast. De rand van de oogleden worden verwijderd. Ddissectie gebeurt zo dicht mogelijk tegen de oogbol om de veneuze sinus te vermijden. Ook het derde ooglid en de derde ooglidklieren worden weggenomen. Goede pijnstilling na de operatie is noodzakelijk.

Lees meer >

EXOFTALMIE

De meest voorkomende oorzaak van exoftalmos of proptosis is een retrobulbair abses. Het klinisch beeld moet wel onderscheiden worden van een buftalmos, dit is een opgezette oogbol t.g.v. glaucoom. Het abces kan niet gedraineerd worden via de mond omdat daarbij de veneuze sinus rond het oog kan geraakt worden. Vaak zijn doorgroeiende kiezen in de oogkas de oorzaak.

Lees meer >

GLAUCOOM

Erfelijk glaucoom komt vooral voor bij de witte Nieuw Zeelander. We hebben het echter ook al in andere rassen vastgesteld. Eerst verschijnt er een ring van corneaal oedeem aan de limbus. Later wordt gans het hoornvlies meer troebel, soms aan 1 oog, bij anderen beiderzijds.

Lees meer >

HOORNVLIES

Konijnen zijn gevoelig voor corneale ulcers. Er zijn 2 types. De steriele ulcer die oppervlakkig is en een lokale grijze schijn in de cornea veroorzaakt. Een 2° soort is de geïnfecteerde ulcer die eerder gelig is en een uitgesproken hyperemie van de conjunctiva en ooglidrand veroorzaakt. Ook een toenemende bloedvatingroei in het hoornvlies treedt daarbij op.

Lees meer >

LENS

Bij het konijn kan een spontane scheur in het voorste lenskapsel optreden met facoclastische uveïtis tot gevolg. Deze aandoening wordt veroorzaakt door Encephalitozoon cuniculi en de besmetting gebeurt waarschijnlijk in utero. Het komt vooral voor bij dieren jonger dan 2 jaar zonder voorafgaandelijk trauma. Een witte massa is zichtbaar vertrekkende aan het lenskapsel.

Lees meer >

OOGLEDEN

Bij congenitaal entropion vertonen jonge dieren naar binnen krullende oogleden. Meestal hebben ze daarbij ook nog conjunctivitis en blefarospasmen. In chronische gevallen is er corneale ulceratie en vascularisatie zichtbaar. Bij sommige rassen is er mogelijk een erfelijke factor. We hebben al goede resultaten bereikt met het inspuiten van visco-elastisch materiaal in het slijmvlies.

Lees meer >

RETINA EN OOGZENUW

Storingen in de ontwikkeling van het oog komen zelden voor. Coloboma’s van oogzenuw, retina, choroïd en sclera komen meer voor bij konijnen met microftalmische (te kleine) ogen. Degeneratie van de retina zien we zeer uitzonderlijk. Bij chorioretinitis zijn er witte of gele letsels of onscherp afgelijnde gebieden, vaak in de buurt van de papil. Mogelijke oorzaken zijn Pasteurella en Staphylococcen sepsis.

Lees meer >

UVEÏTIS

Bij een uveïtis anterior zien we corneaal oedeem, corneale vascularisatie, hypopion en soms een typisch crème-kleurig of wit exudaat in de voorste oogkamer t.g.v. Pasteurella infectie. Ook iris vascularisatie, iris absesjes en episclerale stuwing zijn mogelijk. De kiem kan via sepsis vanuit een andere plaats in het lichaam naar het oog verspreid zijn.

Lees meer >